ASTRID ARNS
Astrid Arns (°1960), onderwijzeres en dichteres. Geboren te Geraardsbergen.
Ik publiceerde reeds gedichten in de Poëziekrant, De Schaal van Dighter, Meander, Het Gezeefde Gedicht en De Vallei. Ik droeg voor tijdens de Poëzieroute Gent 2017, de Vlaamse Poëziedagen in het Kasteel van Ooidonk, De Prinsentuin (Groningen), en De Cultuurloft (Gent).
In 2016 werd ik Laureaat van de Melopee Poëzieprijs. In 2017 ontving ik de derde poëzieprijs van Oostende en ook de eerste prijs van Sint-Niklaas.
15 September wordt mijn debuutbundel "Mijn naam op de deur" voorgesteld in het Poëziecentrum in Gent.
WINNENDE GEDICHTEN
Ontheemden
Ik voel nog hoe het vroeger was.
Gekroonde hoofden en een kring die ons omsloot.
En wij ontheemden liepen zij aan zij.
Wij schoven voet per voet en kregen dan hun zegen.
Zij waren nog en waren ook geweest.
Gebukte zielen met een afgewende kop.
Zij schreeuwden scheuren in de nacht in krukkentaal,
er werd op hen gewacht.
Wij wisten niets, niet waar ze waren
of vanwaar ze kwamen.
Zij waren marmerblanke webben in ons hoofd.
Doorzichtig
Wij liepen die avond het dorp in, mijn dochter en ik.
Haar jurk zo dun dat het licht er door heen scheen.
Zij nam een woord in haar mond.
Keek naar iemand die achter mij stond alsof ik doorzichtig was.
Om ons heen rook de lucht naar zwavel en as.
Nog even, dacht ik, en dan word ik uitgewist.
Ik keek naar haar rug toen zij wegging, het zwart in zich sloot.
De lucht scheurde toen ik haar riep.
Zij hoorde een uil in de verte.
Requiem
Het huis is een paar maten te groot.
Hoeken kijken als hij met smalle armen zijn hemd uittrekt.
Hij stelt zich voor dat hij een kussen met haar deelt.
Volgt met zijn vingers de lijn tussen haar heup en dij.
Hij denkt dat hij haar voetstap door de muren hoort,
staat recht, schraapt zijn keel, een haan die op het punt staat te kraaien.
Een man op zoek naar woorden maar hij heeft er geen.
Hij mist haar lenden en haar kleine handen.
Niets buigt tussen hem en de nacht.